TORO ontwikkelt sinds 1946 een breed aanbod van voedingsproducten, zoals soepen, sauzen, ovengerechten, bakmixen en gekoelde kant-en-klaarmaaltijden. De belangrijkste fabriek van TORO staat in Bergen (in de wijk Arna), waar gedroogde producten worden gemaakt. Dat gebeurt op zachte wijze, met behoud van smaak en voedingsstoffen. Sinds de bouw in 1968 is de TORO-fabriek voortdurend in ontwikkeling.
Het bedrijf heeft onlangs vijf geautomatiseerde heftrucks van Toyota aan zijn bestaande vloot toegevoegd. De AGV’s zullen een groot aantal goederentransporten afhandelen om het bedrijf concurrerender te maken. “In Noorwegen en Zweden zijn we een van de eerste bedrijven in de Orkla-groep die geautomatiseerde heftrucks op zo’n grote schaal inzetten”, zegt Öyvind Steinsland, de magazijnmanager van TORO.
“We zoeken voortdurend naar verbetermogelijkheden om de fabriek vooruit te helpen”, zegt Steinsland, die al 43 jaar in de fabriek werkt. Hoe worden goederen sneller verpakt? Hoe wordt voedselverspilling teruggedrongen? Hoe kunnen goederen slimmer verplaatst worden? Dit zijn slechts een aantal onderwerpen waar de fabriek zich op richt, maar de laatste vraag kon onze jarenlange partner Toyota voor ons beantwoorden met zijn AGV’s.”
Meer dan 30.000 transporttaken die eerst handmatig werden verricht, worden nu uitgevoerd door geautomatiseerde trucks. “We kunnen goederen nu veel sneller en goedkoper in de fabriek verplaatsen dan voorheen. Daardoor kunnen we beter concurreren”, zegt Steinsland. Na tien maanden testen worden vijf Autopilot-stapelaars van Toyota nu gebruikt om afval te transporteren, materialen en goederen in de verpakkingszone af te leveren en gerede producten naar de opslagzone terug te brengen.
De geautomatiseerde stapelaars van Toyota werken tegelijk met handbediende trucks en/of operators die in de zone rondlopen. Tijdens het proces hebben Steinsland en projectleider Kjell-Inge Skare nauw samengewerkt met het team van Toyota. Daarbij benadrukten ze het belang van veiligheid. “Op de AGV’s werden extra veiligheidssensoren gemonteerd en op de entresolvloeren, waar de handbediende hoogbouwtrucks werken, werden speciale veiligheidssensoren aangebracht”, legt Steinsland uit.
De geautomatiseerde trucks hebben een maximumsnelheid van 1,2 m/s en als de technologie om een bepaalde reden niet werkt, kunnen ze handmatig bediend worden. “De mogelijkheid van handmatige bediening is ook belangrijk om te voorkomen dat de productie nadelig wordt beïnvloed door een storing aan een geautomatiseerde truck”, zegt Steinsland.
“Hier in de fabriek hebben we 450 verschillende soorten goederen die verplaatst moeten worden. Goederen moeten opgehaald en naar het magazijn teruggebracht worden, mixen moeten ter verpakking naar een tussentijdse opslag worden getransporteerd enzovoort”, zegt Steinsland. “Het aantal transporttaken in de fabriek is daardoor het hele jaar door groot. Het plan is om in de toekomst meer geautomatiseerde trucks in te zetten voor deze taken”, zegt hij tot besluit.